De puberteit bezorgt veel ouders heel wat kopzorgen.

De hersenen groeien niet alleen, ze veranderen ook grondig. Tijdens de puberteit maken de jongeren belangrijke lichamelijk en geestelijke ontwikkelingen door. De puberteit is dan ook een tijd waarin jongeren alles uitproberen en soms domme beslissingen nemen. Pubers willen nu eenmaal overal bij horen, wat de gevolgen ook zijn, willen meer inspraak en slaan goede raad dikwijls in de wind.

Ook over wat ze eten willen jongeren tijdens de puberteit meer inspraak. Vooral voor wat de lunch en de snacks betreft kunnen pubers dikwijls zelf beslissen wat ze eten. Bij de snacks gaat het meestal mis: teveel vet en teveel suiker en te weinig goede voedingsstoffen (vitamines, vezels, eiwitten, goede koolhydraten en onverzadigde vetten). Het is immers veel gemakkelijker om voor iets ongezonds te kiezen dan voor iets gezonds.

Ergens halverwege de puberteit stoppen ook veel jongeren met sporten, ze hangen veel liever rond met vrienden of vriendinnen in plaats van te sporten. Toch is het voor pubers, net als voor volwassenen, belangrijk om iedere dag minstens een half uur te bewegen.

Tijdens de puberteit is er bij veel jongeren ook een grote gewichtstoename.

Onderzoekers van de universiteit van Exeter stelden echter vast dat niet alleen lichaamsbeweging bepalend is. Het energieverbruik in rust daalt met 400 à 500 kcal (25%) per dag tijdens de groeifase, de puberteit.

Volgens deze onderzoekers zou deze energiebesparing een voordeel zijn voor de ontwikkeling: het lichaam concentreert zich in deze periode vooral op de groei.

Dit in combinatie met de huidige levensstijl zorgt ervoor dat steeds meer mensen steeds vroeger geconfronteerd worden met overgewicht of obesitas.

Een gezond en evenwichtig voedingspatroon is altijd, en dus ook in een periode van groei, van groot belang.

Een verantwoord voedingspatroon als basis en af en toe een ongezonde snack tussendoor is het beste voorbeeld dat je als ouder aan je kinderen kan geven. Hierbij is de diëtiste de ideale adviseur.

Wat voor andere dingen geldt, geldt ook voor voeding: een goed voorbeeld doet goed volgen. Een gezond voedingspatroon kan heel wat aandoeningen vermijden. Voorkomen is nu eenmaal beter dan genezen.